Regelmatig krijg ik de vragen: “Zouden wij ook iets met AI moeten doen?” en “Wat is er nodig om te beginnen?” Het antwoord op deze vragen hangt af van verschillende factorenm, waaronder de beschikbaarheid van gegevens, de technische infrastructuur en de specifieke behoeften van het bedrijf. Ongeveer een jaar geleden nam ik deel aan een webinair waarin een live-demo van een nieuwe AI-toepassing werd gegeven. De presentator van het webinar stelde de AI een vraag en deze begon een antwoord te formuleren dat feitelijk onjuist was. Vervolgens zocht deze het juiste antwoord via Google op en zei dat de AI aan het hallucineren was.
De term ‘hallucineren’ werkte op mijn lachspieren en wekte mijn interesse, ik vroeg de presentator wat hij daarmee bedoelde. Deze AI was zo ontworpen dat deze altijd een antwoord zou formuleren om de gebruiker te dienen, in dit geval een fout antwoord. De presentator gaf aan dat de gegevens waarop deze AI draaide niet helemaal actueel waren en dat dit de oorzaak was van het onverwachte antwoord.
Eigenlijk zou het ‘fout geïnformeerd’ moeten zijn in plaats van ‘hallucineren’, was de conclusie van de discussie die volgde. AI-systemen, hoe geavanceerd ze ook zijn, blijven machines die afhankelijk zijn van de gegevens die ze ontvangen. Ze hebben geen bewustzijn of begrip van de wereld zoals wij mensen dat hebben.